N3198 – Ladestation-Schuppen für Akkutriebwagen  (N 1:160)
N3698 – SET 2x Ladestation-Schuppen für Akkutriebwagen (N)

Charging station shed for battery-electric railcars (Era I-II)
Charging stations where the batteries can be recharged are essential for the operation of accumulator railcars. All of the accumulator railcars’ home stations had at least one charging station, and there were also some en route stations with charging stations so that intermediate charging could be carried out during breaks in operation.
When charging the batteries, the lids of the battery containers had to be opened so that the resulting gases could escape. However, no rainwater was allowed to get into the containers. That’s why the loading points were usually arranged in sheds, which were also used for minor maintenance of the railcars. Where this was not possible to the extent necessary, protective roofs were erected for the open battery fronts.
Wherever possible, so-called charging posts were placed on the platform tracks so that the battery could also be charged on the platform during turnaround times, provided the tracks were not needed for operational processing.
The model is delivered unpainted.

Ladestation-Schuppen für Akkutriebwagen (Epoche I-II)
Für die Betrieb von Akkumulator-Triebwagen unentbehrlich sind Ladestationen, an denen die Batterien wieder aufgeladen werden können. Alle Heimatbahnhöfe de Akkumulator-Triebwagen hatten mindestens eine Ladestation, darüberhinaus gab es einige Unterwegsbahnhöfe mit Ladestationen, um Zwischenladungen in Betriebspausen durchführen zu können.
Beim Laden der Batterien mußten die Deckel der Batteriebehälter geöffnet werden, damit die entstehenden Gase abziehen konnten. Dabei durfte aber bei kein Regenwasser in die Behälter gelangen können. Deswegen wurden die Ladestellen meist in Schuppen angeordnet, die zugleich der kleine Instandhaltung der Triebwagen dienten. Wo dies im notwendigen Umfang nicht möglich war, errichtete man Schutzdächer für die geöffneten Batterievorbauten.
Wo es möglich war, setzte man sogenannte Ladepfosten an Bahnsteiggleise, sodaß die Batterie nauch während der Wendezeiten am Bahnsteig geladen werden konnten, sofern die Gleise nicht für die Betriebsabwickling benötigt wurden.
Das Modell wird unbemalt geliefert.

Hangar pour bornes de recharge pour batterieautomotrice à accumulateurs (Époque I-II)
Les bornes de recharge permettant de recharger les batteries sont indispensables au fonctionnement des wagons à accumulateurs. Toutes les gares d’attache des wagons à accumulateurs disposaient d’au moins une station de recharge, et certaines gares en route étaient également équipées de bornes de recharge afin de pouvoir effectuer une recharge intermédiaire pendant les interruptions de service.
Lors du chargement des batteries, les couvercles des conteneurs de batteries devaient être ouverts afin que les gaz résultants puissent s’échapper. Cependant, aucune eau de pluie ne pouvait pénétrer dans les conteneurs. C’est pourquoi les points de chargement étaient généralement aménagés dans des hangars, qui servaient également à l’entretien mineur des wagons. Lorsque cela n’était pas possible dans la mesure nécessaire, des toits de protection ont été érigés pour les façades ouvertes des batteries.
Dans la mesure du possible, des bornes de recharge ont été placées sur les voies de la plate-forme afin que la batterie puisse également être chargée sur la plate-forme pendant les heures de rotation, à condition que les voies ne soient pas nécessaires au traitement opérationnel.
Le modèle est livré non peint.

Laadstationloods voor accutreinen (Tijdperk I-II)
Laadstations waar de batterijen kunnen worden opgeladen zijn essentieel voor de werking van accutreinstellen. Alle thuisstations van de accutreinstellen beschikten over ten minste één laadstation, en er waren ook enkele tussenstations met laadstations, zodat tussentijds opladen tijdens pauzes kon worden uitgevoerd.
Bij het opladen van de accu’s moesten de deksels van de accucontainers geopend worden zodat de vrijkomende gassen konden ontsnappen. Er mocht echter geen regenwater in de containers terechtkomen. Daarom waren de laadpunten meestal in loodsen ondergebracht, die ook gebruikt werden voor klein onderhoud aan de treinstellen. Waar dit niet in de noodzakelijke mate mogelijk was, werden voor de open batterijfronten beschermende daken geplaatst.
Waar mogelijk zijn op de perronsporen zogenaamde laadpalen geplaatst, zodat de accu ook tijdens doorlooptijden op het perron kon worden opgeladen, mits de sporen niet nodig waren voor de operationele verwerking.
Het model wordt ongeverfd geleverd.